Ouderenzorg: migrantenpoli St Jansdal

Tags: Flevoland
15-07-2021

Vanuit de vakgroep klinische geriatrie van het St Jansdal is er sinds kort een speciale polikliniek voor cognitieve en complexe geriatrische problemen bij niet-westerse migranten geopend.

Bij deze patiënten speelt een aantal factoren, waardoor de zorgvraag en/of diagnostiek bemoeilijkt wordt. Voor de geheugenproblemen houdt dit bijvoorbeeld in dat er aanpassingen zijn gedaan om de reguliere diagnostiek en behandeling, zoals deze binnen de polikliniek geriatrie wordt geboden, toegankelijk te maken voor oudere migranten.

De aangepaste diagnostische test is er voor de volgende talen: Marokkaans-Arabisch, Berbers, Turks, Hindi en Sranantongo. Uiteraard kunnen overige culturele groepen ook gezien worden in aanwezigheid van een tolk. Deze tolk zal dan bij de aangepaste test aanwezig moeten zijn.

Verwijzingen kunnen via ZorgDomein, onder verwijsafspraak migrantenpoli (graag met vermelding van de spreektaal van patiënt). Voor vragen of overleg is de dienstdoende geriater bereikbaar - via de centrale van het ziekenhuis: (0341-463911) - via de polikliniek geriatrie: 0341-463945. 
In het zorgprogramma ouderen (->verwijzen 2e lijn-consulteren) is in bijlage7a deze informatie toegevoegd.

Achtergrondinformatie migrantenpoli St Jansdal

Geheel in lijn met de gehele populatie in Nederland, is er momenteel een duidelijke stijging waarneembaar in het aantal niet-westerse migranten op de polikliniek geriatrie. In totaal is ruim 20% van de Nederlanders van allochtone afkomst. De verwachting is dat door vergrijzing het aantal migranten met dementie zelfs twee keer sneller zal stijgen vergeleken met de autochtone populatie. Bepaalde risicofactoren voor dementie, zoals hart en vaatziekten en diabetes, komen duidelijk vaker voor bij migranten. Diabetes bijvoorbeeld komt voor bij 28% van de Turkse en 31% van de Marokkaanse ouderen, vergeleken met 10% van de autochtone Nederlanders.

Daarnaast speelt een laag opleidingsniveau een van de belangrijkste risicofactoren voor dementie. Van de oudere migranten met een dementie woont 99% thuis of bij familie vergeleken met 70% van de autochtone Nederlanders. Uit onderzoek blijkt dat 90% van de mantelzorgers van deze patiënten overbelast is of een groot risico loopt op overbelasting. Als deze mantelzorger wegvalt is dat een belangrijke reden voor opname in het ziekenhuis of verpleeghuis. Het grote risico op overbelasting wordt gevormd door onbekendheid met dementie en minder zorg- en welzijnsvoorzieningen.

Bij migranten is de diagnose dementie vaak moeilijk vast te stellen vanwege taalproblemen, laag opleidingsniveau, schaamte, niet herkennen van de symptomen van de ziekte en onbekendheid met de ziekte. Hierdoor is er vaak pas laat ondersteuning. Onze huidige reguliere diagnostiek naar dementie volstaat niet bij deze groep, omdat deze onvoldoende rekening houdt met de invloed van cultuur, taal en opleiding op de testresultaten. Bij aankomst in Nederland in de jaren 60-70 was de levensverwachting in het land van herkomst 55 jaar, nu is deze 72 jaar. Men herkent de symptomen niet en heerst de opvatting dat vergeetachtigheid bij ouderdom hoort. Hierdoor komen patiënten te laat bij de huisarts/geheugenpoli.

Ook spelen beperkte gezondheidsvaardigheden een belangrijke rol. Voor migranten is het Nederlands de tweede taal. Bij dementie wordt datgene wat het laatst geleerd is, het eerst vergeten. Kennis van de provincies, seizoenen, historische gebeurtenissen en politiek, maar ook bijvoorbeeld ruimtelijke inzicht wordt beïnvloed door zowel cultuur als opleiding. In een land waar het hele jaar door zon schijnt, zijn de vier seizoenen niet de norm. Voor iemand die in de jeugd nooit een tennisbal gezien heeft, zal deze het meest lijken op een citroen. Dit maakt reguliere tests ontoereikend voor deze groep. Om deze reden hebben wij onze testdiagnostiek naar cognitieve stoornissen aangepast voor deze patiëntengroep. Hierdoor kan nu met meer zekerheid een diagnose gesteld worden. Het onderzoek vindt plaats op een ochtend, door een multidisciplinair team bestaande uit geriater/internist ouderengeneeskunde, verpleegkundige geriatrie, neuropsycholoog, ergotherapeut en in aanwezigheid van een tolk. Hoewel de migrantenpoli gericht is op cognitieve stoornissen, kunnen oudere migranten met (complexe) geriatrische problematiek uiteraard ook verwezen worden.