Mariët Deen: Ik pas bij de patiënten en zij passen bij mij

Vrij snel na het afronden van haar opleiding nam Mariët Deen de praktijk over van dokter Glas, die samen met dokter De Groot als huisarts in Beerzerveld gevestigd was. “Ik had zeker de ambitie om praktijkhouder te worden, maar niet meteen na mijn opleiding. Dat was iets voor de langere termijn. Toen werd ik benaderd door dokter Glas met de vraag of ik zijn praktijk wilde overnemen. De buurman van mijn schoonouders – ook huisarts – had hem getipt over mijn naderende afstuderen. Daar moest ik wel even goed over nadenken hoor!”

Enthousiast
Een paar maand later volgde een gesprek met dokter Glas: “Een heel prettig gesprek. Ook met dokter De Groot, de andere huisarts in Beerzerveld, klikte het meteen goed. Het idee om praktijkhouder te worden begon steeds meer vorm te krijgen. Na een bezoek aan de praktijk was ik erg enthousiast geworden. Er heerste een gemoedelijke sfeer en het oude schoolgebouw waar de praktijk gevestigd is, is natuurlijk een originele plek. Ik vond het nog steeds wel heel spannend, praktijkhouder worden. Mijn man trok me over de streep met: “Probeer het toch gewoon!”

Plezierig dokteren
Mariët ging eerst twee maanden als Hidha aan de slag in de praktijk in Beerzerveld om te ervaren of het net zo leuk was als ze dacht: “Het bleek inderdaad een fijne, gemoedelijke praktijk te zijn en erg goed georganiseerd. En dat is als startende huisarts wel fijn. Als de dingen goed lopen dan is het allemaal wat makkelijker.” Dus besluit Mariët de stap te wagen en per 1 januari als praktijkhouder in Beerzerveld te gaan werken. “Het is hier heel plezierig dokteren. De patiënten zijn nuchter en komen naar de praktijk omdat ze jouw advies willen. Patiënten vinden het ook fijn dat ik uit de regio kom. We passen goed bij elkaar.”

Onderwerp van gesprek worden
Het wordt steeds moeilijker om huisartsen te vinden voor dorpen op het platteland. “Een vaste huisarts is het beste voor de kwaliteit en de continuïteit van de zorg voor patiënten. Dus is het belangrijk dat we jonge huisartsen enthousiast maken voor de regio,” vindt Mariët. “Veel huisartsen blijven hangen in de praktijk waar ze de opleiding hebben gedaan. Als regio moeten we dus meer gaan opleiden en op die manier huisartsen binden. Ook het actief benaderen en vragen van huisartsen werkt goed, heeft ze zelf ervaren. Op de huisartsenpost maar ook tijdens symposia zien we jonge huisartsen en waarnemers. Laten we hen vertellen over onze praktijk en regio. En hen uitnodigen eens te komen en zelf te ervaren hoe het is. Niet alleen voor onze eigen praktijk maar ook voor andere praktijken in de regio, die misschien iemand zoeken. Op deze manier worden we onderwerp van gesprek onder huisartsen in opleiding en jonge huisartsen, is mijn ervaring. En dan word je als regio interessant!”

Gewoon doen!
Veel jonge huisartsen denken net als Mariët vorig jaar over het praktijkhouderschap: het is onbekend en dat maakt het spannend. Het is iets voor later. In de opleiding is er wel aandacht voor, maar huisartsen in opleiding krijgen geen uitgebreide managementopleiding. “Het is niet zo spannend als je denkt. Er zijn heel veel instanties die je kunnen helpen,” vindt Mariët. “En bij twijfel kunnen ze altijd met mij of een andere jonge huisarts bellen, die de uitdaging is aangegaan. Dat helpt je over de streep. Je moet het gewoon doen!”